Deze skills moet je hebben om skileraar te worden
Skileraar worden lijkt je wel wat, maar je twijfelt of je daar geschikt voor bent. Moet je dan niet héél goed – bijna Olympisch – kunnen skiën? Of perfect Duits kunnen spreken? In deze blog leg ik uit wat je moet kunnen om skileraar te worden. En spoiler: dat valt best mee.
Wat moet je kunnen om skileraar te worden
Laten we beginnen met het meest voor de hand liggende: je moet kunnen skiën. De vraag is: hoe goed dan? Als je aan de opleiding tot skileraar wilt beginnen, geven ze als richtlijn dat je gecontroleerd van een rode piste af moet komen. Mijn eigen ervaring sluit daarbij aan. Je hoeft geen enorme pro-skiër te zijn om leraar te worden. Het is belangrijker dat je goed kunt uitleggen hoe de ski-techniek werkt om het anderen te leren.
Praktisch gezien: bij de Anwärter-opleiding moet je parallel van een relatief steile rode piste skiën. Weet jij van jezelf dat je dit goed kan? Dan moet het qua eigen ski-kwaliteiten goed zitten. Het is vooral belangrijk dat jij je zelfverzekerd voelt op ski’s. Als jij met moeite van een rode piste beneden komt en de bibbers krijgt van het woord ‘zwarte piste’ moet je misschien meer ervaring opdoen.
Lees ook
Je kunt ook skileraar worden zonder Anwärter-diploma: lees hier hoe dat werkt
Lesgeven als skileraar
Maar het draait natuurlijk niet alleen om ski-kwaliteiten, belangrijker nog is het lesgeven. Kun jij iets goed voordoen? Goed uitleggen? Ook dat wordt getest bij de opleiding. Het is vooral belangrijk dat je niet dichtklapt als je voor een groep staat, maar het voortouw pakt en zelfverzekerd uitleg geeft.
Je hoeft verder geen specifieke lesgeef-skills te hebben, maar je moet het leuk vinden om anderen iets nieuws te leren. Het is fijn als je rustig kunt uitleggen – keer op keer als het moet – en oefeningen duidelijk kunt voordoen.
Omgaan met kinderen
Daarbij heeft skiles geven een groot sociaal aspect. Wintersporters zijn op vakantie en komen om iets te leren, maar ook om het leuk te hebben tijdens die les. Het is wel zo gezellig als jij een praatje maakt met degene die je lesgeeft, zodat je elkaar een beetje leert kennen. Als de ander daar ook zin in heeft natuurlijk.
Maar zeker bij het lesgeven aan kinderen is het belangrijk dat je een feestje maakt van de skiles. Leer ze niet alleen de techniek, maar doe vooral veel spelletjes. Voor een skileraar is het een must om goed met kinderen om te kunnen gaan, omdat je daar het grootste deel van de dag mee werkt. Je moet niet gillend wegrennen als een kind gaat huilen of je geduld verliezen als je voor de honderdste keer naar boven moet lopen om eentje op te rapen. Een beetje geduld kan dus ook geen kwaad.
Lees ook
7 x de leukste opwarmspelletjes voor de kinder-skiles
Talen spreken
Dan zijn er nog de taalskills: je hoeft geen absolute ster te zijn op taalgebied, maar het is handig als je basiskennis hebt. Zo stond ik tijdens mijn seizoen als skileraar in Oostenrijk regelmatig in drie talen uit te leggen: Duits, Nederlands en Engels. Ook heb ik een keer een Frans kind in de les gehad. Toch fijn als je een klein woordje spreekt.
Als je in Oostenrijk lesgeeft, zijn vooral Duits en Engels belangrijk. Als je naar Frankrijk of Italië gaat, spreekt het voor zich dat je een woordje Frans of Italiaans spreekt. Het hoeft niet op geweldig niveau, maar het is als skileraar belangrijk om met jouw gasten te kunnen communiceren zodat ze begrijpen wat je vertelt.
Als skileraar heb je de opleiding nodig, een beetje talenkennis en vooral veel enthousiasme! Je hoeft niet alles te weten van lesgeven voordat je begint, het meeste leer je van de ervaren skileraren zodra je er bent. Maak je dus niet te veel zorgen: maak vooral veel plezier!
Geef een antwoord